Willem de Vlam
Toneel om naar uit te kijken
  • Kijk! Staat er hier niet verdomd soepele, jonge vrouw voor je neus? En draagt die soms niet jouw kind? Dit is geluk John, dit is geluk! Ik ben geluk dat voor je staat! En jij bent een aap!
    Wieke  in:  ‘Kanonnenvlees’
  • Het gaat er niet om of ik trouw ben aan mezelf. Alsof er een zelf is die ik op een of andere manier in de steek kan laten.
    Wieke  in:  ‘Kanonnenvlees’
  • 't is interactief theater. Het publiek is heel de stad.
    En als 't klaar is buigen wij en branden de tent plat.
    Zo zullen we de van Amstels wat zand in d'ogen strooien.
    Nu hopen dat niemand daar gehoord heeft van 't paard van Troje.
    Vosmeer  in:  ‘Gijs van Amstel’
  • Op papier ben ik in de zevende hemel
    Gerbrand  in:  ‘Overwinteren’
  • Ik heb gemerkt dat je ook teveel kunt schilderen. Vorige week zag ik ineens een zeehond zitten. Precies waar je nu staat.
    John  in:  ‘Kanonnenvlees’
  • Ik dacht eerst dat ze alleen maar kwam logeren. Ik bleef maar vragen: Mam? Pap? Wanneer gaat Nadia nou weer naar huis? Maar ze ging niet weg.
  • Mijn broer belt niet vaak, maar als hij belt, zeker als hij 's nachts belt, dan wil hij altijd heel veel zeggen.
  • En toen ik die detectives niet meer kon volgen, verschoven we de grens nóg een stukje. En nóg een. Als ik geen verhaal meer kon lezen. Als ik films niet meer kan volgen. Als ik de krant niet meer kan lezen. Als ik strips niet meer kan lezen. En straks kan ik Nijntje niet meer volgen. En je kunt iemand die Nijntje niet meer kan volgen niet een sp
    Emma  in:  ‘De Muurspecht’
  • Ik wil drinken op een nieuwe vriendschap. De oude was ook mooi, maar hij is mooi als muziek op casettebandjes die je nooit meer draait en die je ook niet weg wil gooien.
    Albert  in:  ‘Hond’
  • Mo verdween naar verre vreemde plaatsen, waar dingen als kleren ontzettend belangrijk waren. Ons leven viel helemaal stil. We waren net twee waterskiërs die achter een speedboot hingen, maar de kabel brak. We zwommen weer naar de wal. Het terrein van de gewone mensen. Waar we horen. Hè, Ger?
    Ticho  in:  ‘Overwinteren’
cross